Nationaal Verkeersveiligheidscongres 2024

Onzekere tijden

Onzekere tijden

661 verkeersdoden in 2019 – de CBS-cijfers kwamen vorige week weer hard bij mij binnen. 661 mensen, jong en oud, die niet meer thuiskomen. Ze hebben kinderen, een partner, ouders, vrienden.

Ook in deze coronatijd, waarin er veel minder verkeer op de weg is, lees je nog steeds bijna dagelijks over verkeersslachtoffers. De rustige wegen brengen zelfs heel nieuwe risico’s met zich mee: waaghalzen die er plezier aan beleven de nagenoeg lege snelwegen te gebruiken als racecircuit. 220 kilometer per uur waar je 100 mag – de politie pakte afgelopen week tientallen hardrijders op.

Het zijn bijzondere tijden en de toekomst is onzeker. We kunnen nog niet overzien wat de anderhalvemetersamenleving ons gaat brengen. Het Kennisinstituut voor Mobiliteit (KiM) liet weten dat het aantal voertuigen op de snelweg in maart met 39% daalde. De hoeveelheid verkeer zal de komende maanden sterk afhankelijk zijn van de contactbeperkingen die nodig zijn om het virus in bedwang te houden.

Ons streven naar nul verkeersslachtoffers blijft daarbij onveranderd. In het vorige blog stelden de ouders van Yannick mij de vraag of ik bij de verkeersveiligheidsaanpak een voorbeeld neem aan de Noorse hoofdstad Oslo. Daar viel in 2019 één verkeersdode te betreuren.

Het korte antwoord is: ja. Het langere antwoord is dat we goede voorbeelden uit het buitenland nauwkeuring bestuderen en ter harte nemen. Vanuit het ministerie zijn er nauwe banden met landen als Zweden en het Verenigd Koninkrijk, de Europese koplopers op het gebied van verkeersveiligheid. Wat toepasbaar is, nemen we over en delen we met provincies en gemeenten. Zij zijn immers verantwoordelijk voor de verkeersveiligheid op de lokale en provinciale wegen, waar de meeste slachtoffers vallen. Vaak zijn maatregelen ook heel specifiek. In Nederland fietsen we bijvoorbeeld veel meer dan in andere landen.

Omdat de communicatie over corona op dit moment de boventoon voert, liggen campagnes als MONO en BOB tijdelijk stil. Maar het werken aan verkeersveiligheid gaat achter de schermen onverminderd door. We pakken afleiding aan, achter het stuur en op de fiets. We waarschuwen en handhaven op snelheid, drank en drugs. We investeren in veilige wegen, fietspaden en rotondes. De komende tien jaar is vanuit het Rijk 500 miljoen euro beschikbaar voor cofinanciering. Ik reken erop dat provincies en gemeenten deze kans pakken, met goede projecten komen en nog eens 500 miljoen euro bijleggen.

Daarnaast zijn we met diezelfde provincies en gemeenten op dit moment hard aan de slag om het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 om te zetten in concrete maatregelen. Ik heb hoge verwachtingen van de risico-inventarisaties bij gemeenten. Sommige gemeenten hebben, meer dan andere, werk gemaakt van bijvoorbeeld de veiligheid rond scholen of de opdeling in dertigkilometerzones. Gemeenten kunnen veel van elkaar leren.

Ik hoop ook dat juist nu, nu werkzaamheden minder hinder geven, infrastructurele projecten bij provincies en gemeenten dóórgaan. Ook de bouw kan het vanwege de stikstofproblemen goed gebruiken.
2020 wordt een ongewoon jaar. Ik hoop dat we elkaar bij het Nationaal Verkeersveiligheidscongres op 26 november allemaal in goede gezondheid treffen.

Cora van Nieuwenhuizen
Minister van Infrastructuur en Waterstaat

permalink

Naar het overzicht

Terug naar boven